Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien dan nu [26]de volkomenheid door het Levietische priesterschap ware [27](want onder hetzelve heeft het volk [28]de wet ontvangen), wat nood was het nog, dat [29]een ander priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron? 26. Of heiligmaking; namelijk niet alleen de uitwendige naar het vlees, maar ook de inwendige naar den geest, en die voor God bestaat; waaronder ook de ware verzoening met God wordt begrepen. Zie hfdst.10 vs.14. 27. Of nevens; dat is, met de instelling van hetzelve priesterschap. Anderen zetten het over van over of hetzelve; namelijk Levietisch priesterschap heeft het volk Israels de wet door Mozes ontvangen, dat is, heeft God door Mozes het volk Israels aan de wet van het Levietisch priesterschap en zijn gehelen dienst verbonden, zo dat het volk in zijn heiligmaking den dienst en het beleid des priesterschaps alleen moest gebruiken. 28. Sommigen nemen dit alleen van de wet der priesterlijke bediening en der ceremonien, die aan het Levietische priesterschap verbonden waren, gelijk ook hierna vs.12. Anderen nemen het breder voor de gehele wet van Mozes, zo der zeden als der ceremonien, omdat God het priesterschap onder de Levieten heeft ingesteld, opdat zij bewaarders, uitleggers en bedienaars zouden zijn dezer wet. Zie Hag.2:12; Mal.2:;6,7. 29. Namelijk gelijk God door David in Ps.110 met eedzwering betuigt.